'Morele stress geeft een rotgevoel, maar is ook nuttig'

  • 25 februari 2021
  • V&VN magazine
  • Coronavirus
  • V&VN Algemeen
22 1 (1)
Beeld © Jip van den Toorn

Door de coronapandemie voelen veel verpleegkundigen en verzorgenden zich regelmatig tekortschieten in het geven van goede zorg. Kun je op je werk de professional zijn die je wilt zijn? Bespreek je twijfels met collega’s of je leidinggevende, zeggen ethici Ankana Spekkink en Hans van Dartel.

Als je als verpleegkundige of verzorgende niet de goede zorg kunt bieden die je ze zou willen bieden, dan leidt dat tot morele stress. Zulke situaties komen in deze coronatijd veel voor. Tijdens de eerste golf riep het publiek onder applaus zorgverleners uit tot helden, maar dat beeld stond vaak in scherp contrast met de ervaringen van henzelf. Ze voelden zich regelmatig tekortschieten.

Omgaan met twijfels

“Normaal gesproken zou de verpleegkundige uit het voorbeeld (zie kader onderaan, red.) de familie erbij betrekken om het stervensproces goed te begeleiden”, zegt verpleegkundige en ethicus Ankana Spekkink, docent aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

“Daarnaast wil je dat de patiënt zelf regie heeft over het stervensproces. Nu kan dat vaak niet. Maar hoe ga je daarmee om? Je opleiding draait om het leren van goede zorg verlenen, de protocollen kennen en evidence based werken. Er is daarbij weinig aandacht voor de morele afwegingen. Hoe ga je om met het persoonlijk beroep dat mensen op je doen? Hoe ga je om met twijfels? Hoe kies je op zo’n moment wat het beste voelt?”

Morele stress herken je aan een gevoel van twijfel, en misschien zelfs aan een hoge hartslag en nervositeit, zegt ethicus Hans van Dartel. “Je ervaart frustratie, angst en verdriet. Je doet immers iets dat je niet voor jezelf kunt verantwoorden. Dat geeft een gevoel van: dit zou niet zo moeten zijn, is dit waarvoor ik het doe?”

Stress heeft nut

Dat je er een rot gevoel krijgt van morele stress is vervelend, toch heeft het ervaren van die stress een functie, heeft het nut, vinden beide ethici. Als het gaat om wat goed is om te doen in de relatie tot je patiënt, is het belangrijk om te luisteren naar je morele twijfels. Ben ik duidelijk en eerlijk genoeg geweest tegen de patiënt? Zijn we te streng met het niet toelaten van bezoekers?

Spekkink: “Daar kun je je handelen op afstemmen. Als je daar niet naar luistert, rest er een vlak beroep dat alleen bestaat uit taken uitoefenen. Dat is niet waar zorg over moet gaan.” Maar als het niet lukt om de stress op te lossen, wordt het vervelend. Je kunt er zelfs overspannen van worden, of er een burn-out door krijgen. Dat moet je zien te vermijden, zegt Van Dartel. “Daarom is het zinvol om je gevoelens te onderzoeken. Wat betekent deze situatie voor mij?”

“Kan ik op mijn werk zijn wie ik wil zijn? Ga ik niet over grenzen heen? Achter gevoelens van woede bijvoorbeeld zit altijd onrecht: of jijzelf of een ander komt tekort. Verdriet draait om een gevoel van tekortschieten. Vertrouw op je oordeel, besef dat dat oordeel ertoe doet en bespreek je twijfels met collega’s of je leidinggevende. Dat doen we te weinig, maar het is een vorm van zelfzorg. Je kunt immers pas voor anderen zorgen als je ook voor jezelf zorgt.”

Bespreek het

Maar wat als je geen goede zorg kunt geven? Al is het beleid misschien opgelegd, als verpleegkundige heb je toch de persoonlijke verantwoordelijkheid om dat aan te kaarten, volgens Spekkink. Maar hoe ga je dat gesprek aan? Je bent daarin afhankelijk van de kwaliteit en ontvankelijkheid van je directe leidinggevende, zegt Van Dartel. “Leidinggevenden zitten vaak klem tussen twee zaken. Aan de ene kant draait de zorg om je relatie met de patiënt of cliënt en om je persoonlijke verplichtingen tegenover die andere. Aan de andere kant gaat het om doelgerichte, technische handelingen.”

“Stel, je hebt behoefte aan ruimte om invulling te geven aan wat jij ervaart als goede zorg voor je patiënt”, zegt Spekkink. “Dan moet je die ruimte krijgen, maar ook nemen.” In de praktijk is dat soms lastig, erkent ze. Toch kent ze genoeg voorbeelden waarin er wel ruimte is gemaakt. “Een team vertelde me bijvoorbeeld: we volgen het coronabeleid, maar kiezen er soms toch voor om familie toe te laten aan het bed. En stel dat een oudere met dementie alleen wil eten als er een speciaal familielid bij is. Zoiets kun je voorleggen aan de commissie ethiek en via de formele weg mogelijk maken.”

Uitstroom voorkomen

Er ligt ook een rol voor organisaties, vindt Spekkink. Want als verpleegkundigen en verzorgenden dag in dag uit last hebben van morele stress, verlaten ze misschien de zorg. “Organisaties moeten tegemoetkomen aan de waarden die verpleegkundigen en verzorgenden belangrijk vinden. Zo kunnen ze de uitstroom van jonge zorgverleners helpen voorkomen”, legt ze uit.

“Laat hen vooral meepraten en meebeslissen over wat goede zorg is. Ze ervaren immers elke dag waar goede zorg schuurt. Als je ze uitnodigt voor een gesprek krijg je een heel ander beeld over wat er nodig is voor goede zorg. Dan wordt zichtbaar dat het niet gaat over een kant-en-klaarproduct dat wordt geleverd via bovenaf opgelegde regels. Waar het om gaat is de persoonlijke zorg van verpleegkundigen en verzorgenden: het steeds opnieuw afstemmen op de vragen en behoeften van patiënten en van daaruit handelen en zorgen.”

Bron: V&VN Magazine 1-2021 | Tekst: Annemarie van Dijk | Beeld: Jip van den Toorn

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)