'In deze tijd zijn wij vaak één van de weinigen die de cliënt ziet'

  • 5 januari 2022
  • Interview
  • V&VN Algemeen
V&VN5 2021 11 1
Foto © Roos Koole

Hoe ziet de samenwerking tussen verzorgenden IG en verpleegkundigen er in de dagelijkse praktijk uit? Drie duo’s vertellen in V&VN Magazine over wat er goed gaat én wat beter kan. Deze week lees je over verzorgende IG Amanda de Rond-de Groot (44, rechts op de foto) en wijkverpleegkundige Romy Bloemberg (26), allebei werkzaam bij TriviumMeulenbelt-Zorg (TMZ) in Borne (Overijssel). “In deze tijd zijn wij vaak één van de weinigen die de cliënt ziet.”

Amanda: “Wij verzorgenden IG komen regelmatig bij cliënten langs, vragen en bekijken hoe het gaat en verlenen de geïndiceerde zorg, zoals wassen en aankleden, en verpleegtechnische handelingen. Samen met de wijkverpleegkundige stel ik een zorgplan op. Als ik iets signaleer, geef ik dat door aan Romy, zodat zij eventueel de indicatie kan aanpassen.”

Romy: “We starten ’s ochtends met z’n allen op kantoor en overleggen van tevoren of er bijzonderheden zijn. Ik ga zelf regelmatig bij de cliënten langs, wat niet in alle organisaties zo is.”

Amanda: “Dat maakt het makkelijker om met haar te overleggen. Als een cliënt bijvoorbeeld een wond heeft die niet goed lijkt te genezen, dan bel ik Romy even of ik stuur haar een foto. Zo kunnen we een plan van aanpak maken.”

Romy: “Doordat ik de cliënten bezoek, kom ik minder aan mijn kantoortaken toe. Ik moet echt prioriteiten stellen.”

Amanda: “Op zulke drukke momenten proberen wij wel wat taken van Romy over te nemen. Bijvoorbeeld dat wij even de huisarts of apotheek bellen in plaats van dat zij dat doet.”

Ik vind de verantwoordelijkheid van mijn werk geweldig.

Af en toe sparren

Romy: “Ik vind onze samenwerking goedverlopen, maar er zijn wel wat verbeterpunten. Zo wordt er niet altijd goed gecommuniceerd of gerapporteerd. Als iemand bijvoorbeeld een wond heeft die moet worden verzorgd, dan moet ik dat weten en wil ik op de hoogte worden gehouden, zodat ik weet of iets prioriteit heeft of niet.”

Amanda: “Soms komt de wijkverpleegkundige later van haar route terug, waardoor je elkaar misloopt. Romy draait ook avonddiensten, maar minder dan wij. Dan moet je goed terugkoppelen wat er allemaal is gebeurd. Ik vind de verantwoordelijkheid van mijn werk geweldig. Je moet scherp zijn en blijven luisteren naar de cliënten. Het is wel fijn dat ik af en toe kan sparren met collega’s. Zeker nu de coronabesmettingen weer toenemen. Er is meer zorgvraag dan we aan kunnen nemen. De routes zijn overvol en er is onvoldoende personeel. Afgewezen zorgvragers moeten voor eenvoudige hulp een beroep doen op familie.”

Uitval is een hot item

Romy: “Je merkt dat de cliënten nu onrustiger worden. Daarnaast hebben wij de angst dat de eenzaamheid weer toeneemt als alle activiteiten worden stilgelegd. Vaak zijn wij dan één van de weinigen die de cliënt ziet. Dat is schrijnend. Aan het begin van de pandemie was het helemaal moeilijk, toen was het virus nog zo onbekend. Een goede samenwerking is essentieel. Hoe verdelen we onderling de routes bijvoorbeeld, nu uitval bij ons een hot item is?”

Een goede samenwerking is essentieel. Hoe verdelen we onderling de routes bijvoorbeeld, nu uitval bij ons een hot item is?

Amanda: “Die uitval komt niet alleen door coronabesmettingen, maar ook door burn-outs en fysieke problemen. We hebben belastend werk, moeten veel lopen en tillen, en tijdens de pandemie wordt het alleen maar zwaarder: door de maatregelen waar we ons aan moeten houden, door hoger ziekteverzuim, maar ook door de angst om zelf ziek te worden en je familie te besmetten.”

Romy: “Terwijl we zulk mooi werk hebben. Zo hadden we onlangs een cliënt die net een heupoperatie achter de rug had. Haar partner met dementie was recentelijk opgenomen. Zij mocht hem vanwege de pandemie niet meer bezoeken. Zo sneu. Ze zat vol emoties en was het vertrouwen in zichzelf kwijt. Ik heb haar toen de zorg geïndiceerd, het zorgplan opgesteld en de zorg gecoördineerd. Amanda en onze collega’s hielpen haar onder meer met wassen en aankleden. Ze verzorgden haar wond, verwijderden de hechtingen en gaven haar adviezen om haar zelfstandigheid te bevorderen. Binnen drie maanden was ze weer zelfredzaam en had ze het vertrouwen in zichzelf weer gevonden. Daar krijg ik echt energie van. In zo’n situatie maken we echt gebruik van elkaars kwaliteiten en expertise.”

Bron: V&VN Magazine 5-2021 | Tekst: Jorieke van Noorloos | Beeld: Roos Koole

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)