De CanMEDS worden gebruikt om de verschillende rollen die zorgprofessionals vervullen te beschrijven. De onderstaande zeven CanMEDS-competentiegebieden zijn landelijk vastgesteld en maken onderdeel uit van het beroepsprofiel. 

Wat is CanMEDS?

De beroepen van verpleegkundige en verzorgende kunnen worden beschreven in zeven competentiegebieden, gebaseerd op de systematiek van de CanMEDS (Canadian Medical Education Directives for Specialists). Kern van de beroepsuitoefening is de verpleegkundige of verzorgende als zorgverlener. Alle andere bekwaamheden raken aan die centrale rol en krijgen er richting door.

CanMEDS in je portfolio 

CanMEDS vind je terug in je portfolio in het Kwaliteitsregister. Bij geaccrediteerde scholing geeft de scholingsaanbieder aan welke CanMEDS-gebieden je met de scholing verbeterd hebt. Bij ODA kun je dit zelf aangeven (maximaal 3). Als je dat doet, krijg je een grafiek van de gebieden waarop jij je ontwikkeld hebt en zie je ook waar je nog weinig aan gedaan hebt. Je vindt de grafiek bij ‘competenties’ op de hoofdpagina van je portfolio. 

CanMEDS en competenties

Binnen elk CanMEDS-gebied moet de verpleegkundige of verzorgende beschikken over bepaalde competenties: een set aan kennis, vaardigheden en houding. Bekijk voorbeelden van activiteiten waarmee je jouw competenties kunt versterken.

1. Vakinhoudelijk handelen

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van zorgverlening aan patiënten, cliënten of bewoners.

Voorbeelden: anatomie/fysiologie, ziektebeelden en beperkingen, verpleegkundige diagnostiek, farmacologie, psychologie en psychiatrie, zelfmanagement, ondersteuning en begeleiding, preventie, interventies, voorbehouden en risicovolle handelingen, zorgleefplan, hulp- en ondersteuningsmiddelen en verpleegtechnieken.

2. Communicatie

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.

Voorbeelden: gesprekstechnieken, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media.

3. Samenwerking

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van samenwerking met patiënten, cliënten of bewoners, zorgverleners en zorginstellingen.

Voorbeelden: ketenzorg, verslaglegging en overdracht, ondersteuning mantelzorg, multidisciplinaire samenwerking en groepsdynamica.

4. Kennis en wetenschap

Het ontwikkelen van competenties om te kunnen reflecteren op deskundigheid en de onderbouwing van het handelen.

Voorbeelden: onderzoeksmethodiek, toepassing van wetenschap, evidence based practice en feedback.

5. Maatschappelijk handelen

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de maatschappelijke context en het bevorderen van gezondheid.

Voorbeelden: epidemiologie, preventie, culturele achtergronden, sociale netwerken, leefstijlbevordering, voorlichting en bemoeizorg.

6. Organisatie

Het ontwikkelen van competenties over de wijze waarop zorg wordt georganiseerd.

Voorbeelden: organisatiekunde, kleinschalige woonvormen, betaalbaarheid van de zorg, coördinatie en continuïteit, indicatiestelling, zorg op afstand, patiëntveiligheid en werkklimaat.

7. Professionaliteit en kwaliteit

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de professionele standaard en kwaliteitsborging.

Voorbeelden: wet- en regelgeving, beroepscode, beroepsprofielen, standaarden en richtlijnen, protocollen, beroepsvereniging, beroepsimago, kwaliteitsregistratie en kwaliteitssystemen.